Wie directeur wordt van een voetbalclub moet tegen een stootje kunnen. PSV-directeur Tiny Sanders, die aan het eind van het seizoen vertrekt, kan er over meepraten. De carrière van een directeur in het bedrijfsleven duurt twee keer zo lang als die van een directeur van een voetbalclub of sportbond.
In zijn 4,5 jaar als directeur bij PSV kreeg Tiny Sanders veel voor zijn kiezen. Financiële problemen, morrende supporters en een kritisch rapport waarin zijn bestuur onder meer een gebrek aan visie werd verweten. ”Een baan in de sport is voor veel managers een jongensdroom. Maar dan wel een droom met een afbreukrisico’’, zegt headhunter Marcel Gasseling van Gasseling Search.
CEO’s: 7,5 jaar
CEO’s van bedrijven die genoteerd zijn aan de AEX blijven gemiddeld 7,5 jaar in functie. De directeuren van voetbalclubs en grote sportbonden blijven gemiddeld nog geen vier jaar aan. “Sportorganisaties hebben in vergelijking tot het bedrijfsleven een andere cultuur. De organisatie moet anders worden aangestuurd’’, zegt Gasseling. “Bovendien speelt emotie in de sport een grote rol. Winst en verlies hebben invloed op het functioneren van bestuurders’.”
Vitesse versleet tussen 2000 en 2011 zeven directeuren. Bij Ajax stonden in deze periode zes directeuren aan het hoofd van de organisatie. Eén van hen was Maarten Fontein. Hij werkte daarvoor dertig jaar voor Unilever. “Het was wel even wennen. Bij Unilever kwam ik uit een beschermd milieu. Ik had jarenlang aan een team gewerkt, waarin iedereen hetzelfde doel had. Bij Ajax krijg je plotseling met andere factoren te maken: media, publieke opinie, vrijwilligers en de waan van winst en verlies.”
Motiverend leiderschap
Hoewel Fontein voor Ajax met Aegon en Adidas twee grote sponsors had binnengehaald, moest hij in 2008 na bijna drie jaar weg bij Ajax. Aanleiding was het zogeheten rapport Coronel. De commissie Coronel had de club op verzoek van de ledenraad van Ajax doorgelicht. Zij stelden dat de club beter geleid kon worden door iemand met een voetbalachtergrond. Ook werd Fontein motiverend leiderschap verweten. ’’De voetbalwereld is conservatief en kijkt vaak al op voorhand negatief naar iemand die van buiten komt’’, kijkt Fontein terug op deze periode. “Toch denk ik dat managers zonder voetbalachtergrond erg belangrijk zijn voor het voetbal. Ik geloof niet in een management van alleen ex-voetballers. Er moet een mix zijn van ex-sporters en experts van buiten.”
Opvallend is dat er tussen de verschillende sportorganisaties grote verschillen bestaan. FC Groningen, Heracles en de Koninklijke Nederlandse Hockeybond zijn met één directeur in elf jaar, bestuurlijk gezien oases van rust. Johan Wakkie voert bij de hockeybond al twintig jaar de scepter. Vitesse en NAC versleten in elf jaar zeven directeuren.
Emotie regeert?
Sylvia de Jong vindt het te kort door de bocht om te stellen dat de sportwereld teveel door emotie wordt geregeerd. Zij was directeur van onder meer de roeibond KNRB en de tafeltennisbond NTB. “Het probleem zit ook in een gedateerde organisatiestructuur. Sportbonden bestaan vaak al honderd jaar en werken meestal nog op dezelfde manier als vroeger. Bovendien zijn de bonden voor een groot deel afhankelijk van subsidies. Al die factoren zorgen voor een complexe werkomgeving die tot het vroegtijdig vertrek van een directeur kunnen leiden.”
Sinds voetbalclubs in Europa een ongelimiteerd aantal buitenlandse spelers op mogen stellen, behoort het Nederlandse clubvoetbal niet langer tot de Europese top. Volgens Fontein geldt dat ook voor het management van de Nederland voetbalclubs. “Ik zie de grote clubs uit Europa qua organisatie veel dichter bij een multinational staan dan Nederlandse clubs. Neem Bayern München. Daar zie ik een hoger niveau van managers dan in Nederland.”
Vrijwilligers
Fontein geeft het werken met vrijwilligers als voorbeeld. “In mijn tijd bij Ajax wilden we een vrijwilliger vervangen door een beroepskracht. Dat bleek erg lastig, omdat het een negatieve sfeer veroorzaakte in een groep vrijwilligers.” Volgens Fontein is de algemeen directeur van een voetbalclub te vaak ook een operationeel manager. “Bij Bayern München en Barcelona werkt een directeur meer aan strategie en lange termijn.”
Marcel Gasseling van Gasseling Search werkt als headhunter voor diverse sportkoepels. Volgens hem is het niet moeilijk om sportbestuurders te vinden. “Er is inderdaad een afbreuk risico. Vooral omdat je als directeur ook in de etalage staat. Maar het biedt ook kansen. Als CEO van een sportorganisatie heb je een brede organisatie te managen die middenin de samenleving staat. Dat is voor veel managers een uitdaging.” Volgens de headhunter is werken in de sport voor veel mensen een droom. “Het is van je hobby je beroep maken”.
Andere wereld
Toch geeft Gasseling potentiële sportbestuurder wel een waarschuwing mee: “Je komt in een compleet andere wereld terecht dan je gewend bent. Besluitvormingsprocessen lopen anders dan in het bedrijfsleven.” Sylvia de Jong kan dat beamen. “Als directeur van een sportbond heb je met een bestuur te maken. In mijn tijd bij de roeibond waren dit meestal rationele mensen met een hoge opleiding en hoge functie in het bedrijfsleven. Als vrijwillig sportbestuurder zijn ze vaak niet zo rationeel. Na een werkdag en een avondvergadering is het ook voor hun 11 uur. Ze zitten er voor hun hobby en hebben dan geen zin meer in een ingewikkeld personeelsdossier.”
Bij de tafeltennisbond werkte De Jong twee jaar als directeur. Zo stapte op nadat het bestuur veranderingen terugdraaide die ze eerder had ingevoerd. “Er was geen match tussen mij en de bond. Dan moet je opstappen”. Toch zegt ze het vertrek als pijnlijk te hebben ervaren. “Er ontstonden over mijn vertrek op internet felle discussies tussen twee bloedgroepen. Dat werd heel persoonlijk en ging erg ver en daar heb ik behoorlijk last van gehad.”
Kritiek
Volgens Maarten Fontein moet een directeur van een voetbalclub goed tegen kritiek kunnen. Hij was meermalen de kop van jut bij supporters. “Ik heb gelukkig een dikke huid. Mijn vertrek bij Ajax zorgde voor veel ophef en het kreeg veel aandacht in de media. Ik ben thuis op de bank in slaap gevallen toen de affaire met Uri Coronel op TV kwam.”
De Jong en Fontein zeggen niet het gevoel te hebben dat het werken in de sport hun carrière negatief heeft beïnvloed. Fontein: “Integendeel. Toen ik vertrok bij Ajax werd ik onmiddellijk gevraagd voor een functie bij AZ.” Tegenwoordig werkt Fontein namens de club uit Alkmaar als bestuurslid voor de organisatie van Europese topclubs, de ECA. Ook heeft hij enkele functies bij de Europese voetbalbond UEFA en de wereldvoetbalbond FIFA.
Meerwaarde
Volgens Marcel Gasseling moeten managers die in de sport willen werken nadenken wat het betekent voor hun carrière. “Je doet het vier, misschien acht jaar. Heeft het meerwaarde voor je carrière?” De headhunter adviseert kandidaten ook goed naar het mandaat te kijken dat ze binnen een sportorganisatie krijgen. “Krijg je de mogelijkheden om te doen wat nodig is voor de organisatie?’’. Ook het salaris is vaak een breekpunt. “In het bedrijfsleven wordt aanzienlijk meer verdiend dan bij sportorganisaties.”
Bron: BNR